“De eerste bomen op onderstam Q-Eline zijn al in 1993 op het toenmalige proefstation in Wilhelminadorp geplant. De onderstam is onder andere vanwege de verwachte geringere vorstgevoeligheid aangeplant. Door het uitblijven van strenge vorst was het nooit mogelijk om dit echt goed te testen. Tot de strenge vorst in het voorjaar van 2012, toen de geringere vorstgevoeligheid wel duidelijk naar voren kwam.
In al die jaren zijn bij diverse fruittelers perenbomen op Q-Eline geplant, vaak in vergelijking met bomen op kwee MC. In zowel de ‘officiële’ proeven als op de praktijkpercelen bleek steeds een zichtbaar verschil in de hoeveelheid bronskleur op de Conference-peren. De geringere bronskleur van Q-Eline is soms een nadeel, maar vaak ook een voordeel. Zo zijn er regio’s en bedrijven waar de bronskleur van de Conference-peren op kwee MA, MC of Adams te dominant aanwezig is en de schil verruwd in plaats van gebronsd is. Daar heeft Q-Eline dus niet alleen voordelen vanwege de geringere vorstgevoeligheid, maar ook vanwege de betere schilkwaliteit.”