Jan Besseling, oud-fruitteler, Westwoud (Nederland):
‘Als ik opnieuw zou beginnen, zou ik alleen voor Q-Eline gaan!’
“De peren van bomen op kwee Eline zijn iets grover en veel gladder dan peren van andere kwee-onderstammen. Er wordt wel eens beweerd dat ze te glad zijn, maar die mening deel ik niet. Omdat de handel veel moeite heeft met ruwe peren, bieden gladde peren juist perspectief. Doordat de onderstammen bovendien behoorlijk vorstbestendig zijn, hoef je ze niet meer te bedekken met champignonmest. Ik zie dan ook een grote kans voor kwee Eline. Als ik als fruitteler opnieuw zou beginnen, zou ik alleen voor Q-Eline gaan!”
Rob Janssen, fruitteler, Deest (Nederland):
‘Uitsluiting van risico op vorstschade is grote stap voorwaarts’
“In 2001 heb ik zes hectare Conference op kwee C ingeplant. Middenin dit perceel heb ik een rij Conference geplant met als onderstam kwee Eline. Toen de eerste productie zich aandiende, bleken de peren op kwee Eline duidelijk gladder te zijn. Hoofddoel was echter om de vorst(on)gevoeligheid te testen. Uit de resultaten bleek dat de onderstam Q-Eline in de winter van 2012 goed winterhard was, zonder dat deze afgedekt was. Kwee Eline heeft dus grote kansen, omdat vorstschade aan perenonderstammen een enorme kostenpost oplevert. Uitsluiting van dit risico betekent een grote stap voorwaarts voor de perenteelt.”
Tom Karsten, fruitteler, Oosterblokker (Nederland):
‘Er zijn zeker markten die vragen om een gladde Conference’
“In 2002 hebben we van Boomkwekerij Fleuren dertig proefbomen op Q-Eline gekregen. Het bleek om een vorstbestendige onderstam te gaan met een gelijkwaardig groeiniveau als kwee C. De gladde schil zal minder opstaande verruwing geven. Wel kan een te gladde schil laat in het afzetseizoen meer sorteerschade geven. Maar gezien de pluspunten kan Q-Eline zeker een toegevoegde waarde hebben. Ik ben ervan overtuigd dat er markten zijn waar de consument de voorkeur geeft aan een gladde Conference.”
Johan de Jong, De Jong Fruit, Leerbroek (Nederland):
‘Vooral toegevoegde waarde op nattere gronden’
“Omdat wij op zware natte grond telen en met de gewone Conference op kwee A en C veel last van bronskleuring en verruwing hebben, leek de onderstam Q- Eline ons een goed alternatief. Het blijkt nu dat we honderd procent goede peren plukken: een peer met een groene kleur en slechts een minimale bronsverkleuring.
Daarnaast is de vorstgevoeligheid beduidend minder dan bij kwee C. Ook is de onderstam vruchtbaarder en de groeikracht iets sterker. Zeker voor een gebied als het onze, waar de meeste telers op nattere gronden telen, heeft Q-Eline een duidelijke toegevoegde waarde.”
Lode Henckaerts, Heta Fruit, Heers (België):
‘De voordelen wegen absoluut op tegen de nadelen’
“Bijna de helft van onze perenbomen staat op Q-Eline, een vrij productieve onderstam die meer vruchten per tak geeft dan een kwee Adams en veel eerste klas peren in een grote maat. En dat is wat telt voor een fruitteler.
Daar staat tegenover dat Q-Eline in de opkweek niet zo snel groeit als een kwee Adams, waardoor je de eerste jaren kilo’s mist. Ook moeten de bomen tijdens de groei ondersteund worden met een bamboestok. In de beginjaren heb je er dus meer werk aan.
Daarnaast is Q-Eline niet minder gevoelig voor vorstschade dan kwee Adams. Mijn ervaring is dat de boom zelf minder, maar de bloemen en vruchten beter tegen vorst kunnen. Heel eigenaardig.
Naast Conference hebben we ook Lucas op Q-Eline staan. Hoewel we daar pas een paar jaar ervaring mee hebben, zijn we enorm verrast over de groeikracht en grote productie. Daarnaast verloopt het snoeien vrij vlot. Samenvattend wegen de voordelen zwaarder dan de nadelen.”
Alejandro Navarro, Viverosur (boom- en fruiteelt), Curicó/Fonos (Chili):
‘400 hectare Q-Eline voor Chileense markt’
“De meerwaarde van Q-Eline voor boomkwekers schuilt met name in de productiviteit en de rechte en onvertakte groei van deze onderstam. Q-Eline schept mogelijkheden om de plantdichtheid te vergroten en is een onderstam met minder stress, geschikt voor zowel warme als koudere weersomstandigheden. De warme zomers in Chili zorgen soms voor dwerggroei in onderstammen. Wij geloven echter dat Q-Eline vele kansen biedt in het Chileense klimaat.
Onze bedoeling is om 400 hectare Q-Eline-onderstammen te gaan produceren voor de Chileense markt. Op korte termijn ontvangen we daartoe materiaal uit Nederland. Dit gaat twee jaar in quarantaine; we nemen het zekere voor het onzekere. En hoewel we weinig verschillen verwachten met andere delen van de wereld, is het ook noodzakelijk om de Q-Eline onderstam eerst uitgebreid te testen onder Chileense weersomstandigheden. Pas dan gaan we deze onderstam commercieel in de markt zetten.”
Rob Fischer, fruitteler, Kurow (Polen):
‘Conference op Q-Eline kan in veel landen zonder problemen geteeld worden’
“Q-Eline is erg vruchtbaar en legt gemakkelijk gemengde knoppen aan op 1-jarig hout, wel 5 tot 6 eind-knoppen, dit in tegenstelling tot Kwee C. Ook leent Q-Eline zich uitstekend voor een V-haag systeem. Verder is Conference op deze onderstam weinig beurtjaargevoelig. De gladde schil is zeker geen nadeel, naar mijn mening zijn Conference peren niet te glad. Bij voldoende groei zijn de Conference peren precies zoals de handel ze hebben wil. Mooi van vorm met een klein beetje brons, veel beter dan Conference op Kwee C. In Polen heb ik ook ervaring met Kwee C maar mijn voorkeur gaat uit naar Q-Eline.
Ondanks de winterhardheid van de onderstam zou ik wel champignonmest blijven gebruiken omdat dit veel voordelen biedt. Het houdt de grond langer vochtig en zorgt ook voor een betere structuur. Champignonmest helpt ook bij het goed aanslaan van de bomen, ik heb de ervaring dat Q-Eline droogtegevoeliger is dan Kwee C bij het planten. Dit is een belangrijk aandachtspunt. Niet elke winter is hetzelfde en Q-Eline lijkt winterhard maar voorkomen is beter dan genezen.
Mijn mening is dat Conference op Q-Eline in veel landen zonder problemen geteeld kan worden. Peren geteeld op Q-Eline in andere landen kunnen een concurrent worden voor Nederland en België.”